dordt

Om een lockdown te voorkomen!

Unknown.jpeg

Het was onzeker of andermaal de contactberoepen aan de beurt zouden komen in de nieuwe maatregelen, maar dat is niet gebeurd. Maar het gevaar is niet geweken. Blijven de cijfers stijgen, dan ligt een nieuwe lockdown op de loer. Daarom ons nieuw protocol dat ingaat per donderdag 15 oktober.

  • zelf gezond en niet verkouden en geen keel of hoofdpijn?

  • iemand binnen het gezin met deze symptomen?

  • in de buurt geweest of in contact geweest afgelopen 10 dagen bij iemand waar corona was vastgesteld?

  • op vakantie geweest in een land met code oranje?

Als je één van deze vragen met ‘ja’ moet beantwoorden, gaat de rijles niet door.

Zowel leerling als instructeur dragen beide tijdens de rijles een mondkapje.

Tijdens het lessen is de leerling verplicht een mondkapje te dragen. Na iedere les wordt de auto gelucht en gedesinfecteerd. Maximaal wordt er met 1 leerling tegelijk gereden. Er wordt met de instructeur afgesproken op een centrale plek waar gewisseld kan worden. Hopen dat deze maatregelen helpen en het is even niet anders. Deze maatregelen gelden de komende 4 weken en hopelijk kunnen wij dan wat maatregelen versoepelen.

Team Waardenburg

Strengere eisen opleiding voor rijinstructeur.

Oppositiepartij SP zet in aanloop naar het debat over de wijziging van de WRM in op een kwaliteitsslag in de praktijkbegeleiding van rijinstructeurs, een verbod op spookrijscholen en een minimaal slagingspercentage. Daarnaast moeten een minimale rijervaring van vijf jaar en een VOG gaan gelden als aanvullende toelatingseisen voor de opleiding tot rijinstructeur. Dat staat in een rapport van Tweede Kamerlid Eric Smaling, die er vertrouwen in heeft dat meerdere plannen door worden gezet.

In het rapport genaamd ‘Betere kwaliteit rijscholen door echte bijscholing’, waar ook rijschoolhouders, VRB en CNV over mee hebben gedacht, worden negen concrete verbeterpunten toegelicht om de kwaliteit van de rijschoolbranche op te krikken. “De afgelopen jaren zijn we meerdere keren geconfronteerd met misstanden binnen de branche”, licht het Kamerlid toe.

“Het sjoemelen met slagingspercentages, het ontduiken van belastingen of voor dumpprijzen slechte kwaliteit leveren. Aan de andere kant heeft de rijinstructeur te maken met een bijscholing dat in de praktijk een zinloos examen blijkt te zijn. We moeten nu stappen maken om deze branche er weer boven op te helpen”, aldus Smaling, die het rapport heeft aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Milieu.

Sanctie weg op bijscholing

De SP is voorstander van de verplichte vijfjaarlijkse bijscholing en pleit ervoor dat niet deelnemen blijft leiden tot het verliezen van de lesbevoegdheid. Dan moet het echter niet langer het karakter hebben van een examen, en dus moet de sanctie vervallen dat iemand met de bijscholing zijn bevoegdheid kan verliezen. “Er is momenteel geen draagvlak voor de bijscholing onder instructeurs. De sanctie is te vergaand en het protocol is zwaar bekritiseerd. De praktijkbegeleiding is behoorlijk prijzig, terwijl het nut er niet van ervaren wordt”, legt Smaling uit.

De SP stelt voor om de bijscholing te laten bestaan uit twee delen, een praktijkgericht onderdeel en een theoretisch onderdeel. Het theoretische onderdeel wordt gebruikt om de kennis van verkeersregels en eventuele veranderde wetgeving bij te brengen. Bij het praktijkonderdeel moet de rijinstructeur een les uitvoeren zoals hij normaal ook zou doen. Niet volgens een protocol. Hierbij kan men dan tips krijgen hoe er op bepaalde onderdelen verbeteringen mogelijk zijn.

Minimaal slagingspercentage

“Wij zijn van mening dat dit veel voordelen heeft”, licht Smaling toe. “Er hoeft geen toneelstukje meer te worden opgevoerd. De instructeur krijgt feedback over een rijles zoals hij of zij deze in de praktijk geeft. Door het wegvallen van de sanctie zal iemand ook veel meer ontspannen deelnemen aan de bijscholing, wat er voor zorgt dat meer informatie wordt opgenomen.”

Hoe de bijscholing dan verder exact vorm wordt gegeven is aan de branche zelf. Wat de SP betreft krijgen de rijschoolhouders hier een nadrukkelijkere rol in dan nu het geval is. “De rijschoolbranche is zelf ook gebaat bij een goede kwaliteit en een goed imago. Om de rotte appels eruit te halen stellen we voor om te onderzoeken of het slagingspercentage hier als instrument voor gebruikt kan worden. De kwaliteit van de lesgever die hoog is door een goede bijscholing moet doorwerken naar de rijschoolleerling.”

Vijf jaar rijervaring en VOG

SP is van mening dat de overheid momenteel te weinig eisen stelt aan iemand die rijinstructeur wil worden. De politieke partij ziet dit als een van de oorzaken dat het UWV vele werklozen liet omscholen tot instructeur, met verstoring van de markt door dumpprijzen en massale belastingontduiking als gevolg. “Daarbij is het opvallend dat aan een 2toDrive-coach hogere eisen worden gesteld dan aan een rijinstructeur, die een niet minder grote verantwoordelijkheid heeft”, staat in het rapport.

“Enige rijervaring is noodzakelijk voordat iemand aan een opleiding voor rijinstructeur begint. Rijinstructeurs moeten in elk geval vijf jaar in het bezit zijn van het rijbewijs in de categorie waarin zij les willen geven”, oppert de SP. Verder stelt de partij voor om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht te stellen bij aanvang van de opleiding.

Ondernemerschap in opleiding en CAO

Veel mensen die de opleiding tot rijinstructeur volgen, kiezen ervoor om een eigen rijschool te starten. “Maar niet iedereen heeft de juiste kennis over het runnen van een onderneming”, zegt Smaling. Daarom wil de SP dat in het opleidingstraject voor rijinstructeur ook een onderdeel over ondernemen wordt toegevoegd, bijvoorbeeld over kostprijsberekeningen en belastingregels. “Hierdoor kan iemand ook een bewuste keuze maken of het starten van een rijschool wel verstandig is of dat werken in loondienst beter is.”

“Als we goede rijinstructeurs willen hebben, behoort daar ook een fatsoenlijke beloning bij”, vindt het Tweede Kamerlid. “Door de druk op de gehele rijschoolbranche werken sommige instructeurs voor een veel te laag loon. Dit komt de kwaliteit niet ten goede en stimuleert gesjoemel en fraude. De SP stelt daarom voor dat er binnen de rijschoolbranche wordt gewerkt aan een CAO.”

Smaling weet dat eerdere pogingen hiertoe gestrand zijn. “Door het overschot aan rijinstructeurs en rijscholen is de branche door de hoeven gezakt. Een CAO kan een kader bieden met bijvoorbeeld bodemprijzen. Het is nu te veel een freeride-sector, daar moeten we vanaf.”

Verbod op spookrijscholen

In 2015 maakte minister Schultz van Haegen bekend dat het niet verboden is om meerdere rijscholen op te richten en zo leerlingen in te delen om een kunstmatig hoog slagingspercentage te behouden. Smaling wil een verbod op dergelijke spookrijscholen. “Als leerlingen moet je er op kunnen vertrouwen dat het slagingspercentage van de rijschool klopt”, zegt de SP’er.

Die wil tenslotte extra actie in de controle van WRM-certificaten. Hij wil dat de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) actief gaan controleren of de rijinstructeurs in het bezit zijn van een geldige lesbevoegdheid. “Nu is er opvallend weinig controle en is de pakkans erg klein. Alleen regels op papier helpen niet. Er moeten vaker steekproeven gehouden worden waarbij lesvoertuigen staande worden gehouden.”

Kans van slagen

Smaling heeft het dossier rijscholen overgenomen van zijn collega Bashir en legt het rapport bewust kort neer voor het debat over de wetswijziging in de WRM. Hij weet dat Schultz onlangs nog heeft aangegeven geen aangrijpende zaken te willen veranderen in de bijscholing en onder andere geen VOG wil vanwege de administratieve lasten.

Toch heeft het SP-Kamerlid vertrouwen in de inwilliging van meerdere van zijn voorstellen. “Ik zit onder andere met Barbara Visser (VVD, red.) veel op één lijn als het gaat over het borgen van kwaliteit in de branche.. De wensen van de SP zijn door dit rapport in ieder geval duidelijk. Ik heb er vertrouwen in dat we met deze punten een heel eind kunnen komen.”

De wetswijziging van de WRM wordt naar verwachting in de komende twee maanden behandeld.

Het CBR trekt de aankondiging strengere bevraging in.

Het CBR trekt de aangekondigde strengere bevraging van theoriekennis bij het praktijkexamen in. Hoewel het CBR dit naar aanleiding van de berichtgeving over de trucjestheorie meedeelde aan Bovag Rijscholen én RTL Nieuws, komt het daar nu op terug en wordt gesteld dat het praktijkexamen al voldoende toetst of iemand de verkeersregels kent én toepast. Dat meldt het CBR dinsdagmiddag. Bovag vindt de beslissing volstrekt onbegrijpelijk.

RTL Nieuws bracht onderzoek naar buiten waaruit blijkt dat er tienduizenden kandidaten slagen voor het theorie-examen met behulp van trucjes. CBR voert drie minder merkbare maatregelen wel door:

  • Een doorlichting van de vragenbank door een externe partij
  • Versnelde doorvoering van bewegende beelden in het theorie-examen
  • Binnenkort start een pilot waardoor het opnemen van beeldmateriaal tijdens het examen technisch onmogelijk wordt gemaakt

Zwaktebod

CBR-directeur René Verstraeten verkondigde volgens RTL Nieuws vrijdag: “Bij het praktijkexamen gaan examinatoren de kandidaten kritisch vragen stellen over hun kennis van de verkeersregels.” Ook tegenover Bovag Rijscholen bevestigde de directeur dat deze extra alertheid er zou zijn bij examinatoren.

Nu stelt het CBR dus dat er niets verandert aan de toetsing van de kandidaten omdat al voldoende wordt bekeken of iemand de verkeersregels kent. Hoe het komt dat de directeur het examen eerst wilde verzwaren en dit nu weer intrekt, kan CBR-woordvoerder Irene Heldens niet zeggen. Op de vraag of het theorie-examen op dit moment voldoet, antwoordt het CBR niet.

Bovag Rijscholen vindt het terugkrabbelen van het CBR volstrekt onbegrijpelijk. “Het is een zwaktebod om hier na vier dagen commotie mee te komen”, vertelt woordvoerder Tom Huyskens. “Het hoefde echt geen mini theorie-examen te worden, gewoon wat extra bevraging door de examinatoren om de rampgevallen eruit te vissen. Het CBR had hier gewoon op moeten doorpakken.”

Maatregelen

Het CBR gaat een aantal andere maatregelen dus wél doorvoeren als reactie op de ‘niet-ethische rijscholen die hun klanten in 1 dag klaarstomen voor het theorie-examen’. “Itec is nu klaar waardoor we bevraging bijvoorbeeld met bewegende beelden kunnen invoeren”, vertelt de CBR-woordvoerder.

In deze ontwikkeling wordt nu een versnelling gebracht. Hoe snel dat gaat, is nog onbekend. De nieuwe manier van toetsen zal alsnog getest moeten worden en wetenschappelijk moeten worden onderbouwd alvorens deze kan worden ingevoerd.

Een andere maatregel is een versnelde extra fraudepreventie-maatregel waardoor er geen opnamen meer kunnen worden gemaakt tijdens het examen. Dit is bijvoorbeeld effectief bij kandidaten die met verborgen camera’s (in bijvoorbeeld een bril ingebouwd) de vragen registreren.

Externe partij

Tenslotte gaat een externe partij de complete vragenbank van 4000 vragen doorlichten. Welke partij dat wordt, is ook nog niet duidelijk.

Concreet gezien verandert er dus op dit moment niets aan de bevraging van de kandidaten voor het rijbewijs. Hoe snel de maatregelen worden doorgevoerd, moet allemaal nog gaan blijken.

cbr verzwaart praktijkexamen vanwege gesjoemel bij theorie-examen

Het CBR grijpt in bij het praktijkexamen om het gesjoemel bij het theorie-examen te ondervangen. Examinatoren gaan per direct strenger doorvragen over de verkeersregels bij kandidaten. Daarnaast worden alle 4000 vragen uit de theoriebank doorgelicht door een externe commissie. 

Dat weet RTL Nieuws te melden. Volgens de nieuwszender hoopt het CBR met deze maatregelen al het gedoe rondom het theorie-examen tot het verleden te laten behoren. Met terugwerkende kracht theorie-examens ongeldig laten verklaren is juridisch ook mogelijk, zo laat directeur René Verstraeten weten.

Verkeersregels bij praktijkexamen

Examinatoren van het praktijkexamen krijgen de opdracht kandidaten specifiek door te vragen over de verkeerstheorie. Dat deden zij al, maar vanaf nu moeten zij hier expliciet meer aandacht aan gaan besteden. Het CBR verwacht dat kandidaten die de stof niet beheersen, daarbij door de mand vallen.

Het CBR wil de turbotheorie-opleiders helemaal tot het verleden laten behoren door de gehele vragenbank te laten doorlichten. Een onafhankelijke commissie van deskundigen moet dit gaan doen. Zij letten daarbij op de vraagstelling en de mogelijkheid om hier ezelsbruggetjes en trucs op toe te passen.

De maatregelen die het CBR neemt zijn precies in lijn met wat branchevereniging Bovag Rijscholen gisterenvoorstelde.

Bij Verkeersschool Waardenburg zorgen wij dat de kandidaat voldoende tijd krijgt om de theorie in de praktijk te oefenen.

5 tips voor het rijden bij gladheid

Rijden bij gladheid vereist alertheid, geduld en techniek. Niet voor niets gebeuren er momenteel in de noordelijke provincies van Nederland tientallen auto-ongelukken door de spekgladde wegen. De onderstaande vijf tips voor het rijden bij gladheid bieden houvast om veilig door het verkeer te komen onder deze omstandigheden, welke voor rijschoolhouders nuttig zijn om mee te geven aan leerlingen.

1. Houd meer afstand

Je hebt extra tijd nodig om fouten van anderen op te vangen. Het is daarom erg belangrijk om bij gladheid meer afstand te houden dan je normaal doet. Als je voorganger plotseling remt, heb je de ruimte en tijd om een botsing te voorkomen. Wat je dus absoluut niet moet doen – ook al heb je haast – om dicht achter iemand te gaan rijden, of hard op een ander af te rijden om zo duidelijk te maken dat je wil inhalen. Ook op het laatste moment invoegen is onverantwoord en kan gevaar opleveren.

2. Kijk ver voor je uit

Een techniek die in de rijles wordt aangeleerd en goed moet worden toegepast onder deze omstandigheden is het zo ver mogelijk voor je uit kijken. Dan stuur je meestal vanzelf de goede lijn. Dat gaat een stuk beter als je niet te dicht achter je voorganger rijdt. Zo lang je nog gewoon rijdt en niet slipt, lijkt het of alles veilig en vertrouwd is in de auto. Maar elk beetje veiligheidsmarge is nodig in deze omstandigheden.

3. Trek rustig op

Optrekken vanuit stilstand, zoals bij het stoplicht, kan soms tot enge glijpartijen leiden. Wanneer er sneeuw ligt en je geeft teveel gas, kun je je ingraven en vast komen te zitten. Wegrijden in de tweede versnelling is een goede remedie, maar belangrijker nog is om weinig gas te geven bij het optrekken en heel voorzichtig de koppeling omhoog te laten komen. De ANWB stelt dat mogelijk zelfs kan helpen om veiligheidssystemen zoals ESC (ESP) uit te zetten, omdat de correcties van zulke systemen wegrijden bij gladheid moeilijker kunnen maken. Neem je tijd om deze handelingen te doen, stuur rustig en rem niet abrupt.

4. Remmen: soms hard, soms helemaal niet

Ga niet steeds een beetje ‘pompend’ remmen, maar houd de remdruk hoog. Anders werkt ABS namelijk niet en kun je geen noodstop maken. Hoe je dat doet? Zowel je rem als je koppeling tegelijkertijd hard intrappen. Schrik niet als je rempedaal gaat trillen of als je rare geluiden hoort. ABS zorgt ervoor dat je wielen blijven draaien en daardoor kun je blijven sturen als dat nodig is.

Soms kun je juist beter helemaal niet of slechts een klein beetje remmen. Bochten zijn daar het beste voorbeeld van. Je laat in bochten je gas los om langzamer te gaan en geeft pas weer gas als je uit de bocht bent. Mocht je toch richting de vangrail glijden, blijf dan vooral rustig. Als je aan je stuur gaat lopen trekken, kan je auto gekke kanten op schieten. Laat de auto glijden en draai rustig je stuur in de goede richting. Als je auto de grip weer heeft, ga je vanzelf de goede kant op.

5. Blijf ook met winterbanden extra alert

Winterbanden zijn nooit een garantie bij een glad wegdek. Je remweg is al langer als je te hard rijdt, en dat is nog veel erger bij gladheid. Winterbanden verkorten je remweg dan wel, maar dit effect wordt volledig opgeheven als je te hard rijdt. Het verlagen van de bandenspanning om meer grip te krijgen werkt niet: het gaat zelfs ten koste van de stabiliteit. Bij winterbanden is dit effect nog sterker dan bij zomerbanden, omdat ze alleen optimaal functioneren bij de juiste bandenspanning.

Bron Verkeerspro.nl

 

Vier op de tien leerlingen doet een tussentijdse toets

Lesbord, reflector, verkeersschool waardenburg, waardenburg, rijschool waardenburg, waardenburg drechtsteden

Vier op de tien leerlingen doet een tussentijdse toets voor hij of zij op examen gaat. Dat heeft vakblad VerkeersPro berekend met cijfers van het CBR. Het percentage verschilt gigantisch door Nederland. In Limburg is de toets ongekend populair, terwijl in de Randstad vaak maar een op de vier leerlingen de TTT doorloopt.

In de analyse konden de cijfers van alle 56 examencentra worden meegenomen over de periode oktober 2014 tot en met september 2015. Inmiddels zijn enkele van deze examencentra al opgegaan in andere centra en daarom niet meer bestaand. Per examencentra is het aantal tussentijdse toetsen en het aantal éérste examens in deze twaalf maanden naast elkaar gelegd, waardoor kon worden gekeken aan hoeveel eerste examens zo’n TTT vooraf gaat.

Daarbij tekent Limburg zich direct als TTT-grootmacht af. Maastricht, Sittard, Heerlen en Horn zijn landelijk de examencentra waar leerlingen het vaakst een tussentijdse toets doen. Dit is in al deze centra boven de 75 procent. In Maastricht is dit percentage zelfs 98,7 procent. Slechts tien examenkandidaten deden géén TTT voor hun examen.

Wil jij hier meer over weten?
Reflector Magazine